De Varroamijt:

Een Bedreiging voor bijen en de Bestrijding.

De honingbij (Apis mellifera) speelt een cruciale rol in de bestuiving van planten en gewassen, maar wordt bedreigd door verschillende factoren, waaronder de Varroamijt (Varoa destructor). Deze parasiet vormt een grote uitdaging voor imkers wereldwijd en heeft ernstige gevolgen voor de gezondheid van bijenvolken. In deze blog bespreken we hoe de Varroamijt ziektes overbrengt, wat de gevolgen hiervan zijn en welke bestrijdingsmethoden er beschikbaar zijn.

varroamijt in de cellen

Hoe de Varroamijt Ziektes Overbrengt

De Varroamijt is een externe parasiet die zich voedt met de lichaamsvloeistoffen van honingbijen, met name bij het broed. Dit verzwakt de bijen en maakt ze vatbaarder voor verschillende virussen. Een van de meest beruchte virussen die de mijt verspreidt, is het Deformed Wing Virus (DWV), dat leidt tot misvormde vleugels en uiteindelijk de dood van de bijen. Hierdoor kunnen bijen niet goed vliegen en worden ze vaak door het volk uit de kast verwijderd, wat leidt tot een afname van het volk.

Andere virussen die door de Varroamijt worden overgedragen, zijn het Acute Bee Paralysis Virus (ABPV) en het Israeli Acute Paralysis Virus (IAPV). Deze virussen veroorzaken verlamming bij bijen, waardoor ze niet meer kunnen bewegen en uiteindelijk sterven. Omdat de Varroamijt zich snel voortplant binnen een bijenkolonie, kan een besmetting in korte tijd verwoestende gevolgen hebben. Door deze ziekteverspreiding kan een bijenvolk zonder ingrijpen binnen enkele jaren instorten.

Gevolgen voor Bijenvolken en Ecosystemen

De impact van de Varroamijt op bijenvolken is aanzienlijk. Wanneer een volk zwaar besmet raakt, neemt de productiviteit van de bijen drastisch af. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de honingproductie, maar ook voor de bestuiving van gewassen. Aangezien honingbijen een sleutelrol spelen in de bestuiving van fruit, groenten en wilde bloemen, kan een afname van bijenvolken leiden tot lagere oogsten en verstoringen in het ecosysteem.

Daarnaast kan de verzwakking van een volk ertoe leiden dat het vatbaarder wordt voor andere bedreigingen, zoals pesticiden, voedselschaarste en klimaatverandering. De combinatie van deze factoren vergroot het risico op massale bijensterfte, wat niet alleen imkers raakt, maar ook de landbouw en biodiversiteit als geheel.

Bestrijdingsmethoden

Omdat de Varroamijt een grote bedreiging vormt, zijn er verschillende bestrijdingsstrategieën ontwikkeld. Deze kunnen grofweg worden onderverdeeld in chemische, biologische en mechanische methoden:

1. Chemische Bestrijding

Chemische bestrijdingsmiddelen, zoals oxaalzuur en mierenzuur, worden vaak gebruikt om de Varroamijtpopulatie onder controle te houden. Deze zuren kunnen via verdamping of druppelmethode worden toegediend en doden de mijten zonder de bijen ernstig te schaden. Andere synthetische acariciden, zoals amitraz en fluvalinaat, worden ook ingezet, maar het overmatig gebruik van chemische middelen kan leiden tot resistentie bij de mijten en schadelijk zijn voor het milieu. Daarom moeten imkers zorgvuldig omgaan met de dosering en toepassing.

2. Biologische Bestrijding

Biologische methoden omvatten het gebruik van natuurlijke vijanden van de Varroamijt, zoals roofmijten of schimmels die specifiek de Varroamijt aanvallen. Daarnaast wordt er gewerkt aan de selectie van bijen die resistenter zijn tegen de Varroamijt door natuurlijke selectie en gerichte fokprogramma’s. Sommige bijenvolken vertonen een verhoogd reinigingsgedrag, waarbij ze besmette larven en mijten uit de raten verwijderen. Dit natuurlijke gedrag, bekend als Varroa Sensitive Hygiene (VSH), helpt bijenpopulaties zich beter te beschermen tegen de mijten zonder menselijke tussenkomst.

3. Mechanische Bestrijding

Mechanische methoden omvatten technieken zoals de toepassing van de “darrenbroedmethode”, waarbij imkers bewust raten met darrenbroed (waar de mijten zich graag in nestelen) verwijderen en vernietigen. Dit helpt de mijtenpopulatie te verminderen zonder chemische middelen te gebruiken. Ook gecontroleerde warmtebehandelingen kunnen effectief zijn, omdat de Varroamijt gevoeliger is voor hogere temperaturen dan de bijen. Door de bijenkast tijdelijk op te warmen tot een temperatuur waarbij de mijten sterven, kunnen imkers op een milieuvriendelijke manier de besmetting tegengaan.

Een andere veelgebruikte methode is het toepassen van poedersuiker of talkpoeder, waardoor bijen meer geneigd zijn zichzelf schoon te maken en zo de mijten van hun lichamen afschudden. Hoewel deze methode niet voldoende is als enige bestrijdingsstrategie, kan het een waardevolle aanvulling zijn op andere maatregelen.

Preventie en Toekomstige Ontwikkelingen

Naast bestrijding is preventie een belangrijk onderdeel van het beheersen van de Varroamijt. Door het regelmatig controleren van bijenvolken en het toepassen van geïntegreerde bestrijdingsstrategieën kunnen imkers de verspreiding van de mijt beter beheersen. Onderzoek naar genetisch resistente bijen en innovatieve bestrijdingsmethoden, zoals RNA-interferentie (RNAi) om de mijten genetisch te bestrijden, biedt hoop voor de toekomst.

Daarnaast is samenwerking tussen imkers, wetenschappers en beleidsmakers essentieel om kennis te delen en effectieve strategieën te ontwikkelen. Het behoud van gezonde bijenvolken is niet alleen belangrijk voor imkers, maar voor het gehele ecosysteem en de voedselzekerheid wereldwijd.

Conclusie

De Varroamijt blijft een van de grootste bedreigingen voor de gezondheid van honingbijen en vereist een geïntegreerde aanpak voor effectieve bestrijding. Door een combinatie van chemische, biologische en mechanische methoden kunnen imkers de schade beperken en de gezondheid van hun bijenvolken waarborgen. Verder onderzoek en innovatie blijven cruciaal om duurzame oplossingen te vinden tegen deze hardnekkige parasiet.

Door bewustzijn te creëren en het te delen, kunnen we bijdragen aan het behoud van gezonde bijenvolken en de biodiversiteit ondersteunen. Alleen door gezamenlijke inspanningen kunnen we de toekomst van de honingbij veiligstellen en daarmee de balans in onze ecosystemen behouden.

.

.

Scroll naar boven